Sponzen Ridder

dit is steeds meer een blog, dan wel een homepage

maandag, augustus 20, 2007

Gewoon

Soms lijkt het: iedereen wil een bijzonder kind.

Het begint al bij de geboorte, waar we onze kinderen bekogelen met namen als Zenz of Yéléna. Zenz-meteenZ en Yéléna-meteenupsilonentweeaccenten, het is toch een wat minder epytheton dan Hector-deHelmbosWuivende, om maar iets te zeggen.

Elke afwijking van het gewone klinkt nadien haast een eretitel: hoogbegaafd, hoogsensitief, ADHD, Asperger, en andere poetische namen. Soms terecht, soms niet.

Ik erger me aan mensen die pochen over hun medische aandoeningen. U kent ze wel, de mensen die zichzelf troosten met uitspraken als "De dokter zei dat hij nog nooit zulke grote aambeien had gefotografeerd." "Het is de grootste steenpuist die de dokter ooit had opengesneden." Dokters lijken op den duur te denken dat patiënten dat graag horen. Doe er mij maar eentje die zegt: "ach zulke kop zien we elke dag meneer, het gaat wel over."

Iedereen wil graag bijzonder zijn en projecteert dat op zijn kinderen. We weten niet beter. Nochtans zullen ouders en écht bijzondere kinderen een ander verhaal vertellen. Het is tegelijk een vloek en een zegen.

Het is een zegen omdat die speciale eigenschap(pen) je persoonlijkheid bepaalt. Ik herinner me een documentaire over iemand met een vervormd gezicht, die de dag voor zijn plastische chirurgie twijfelde. "Het is een misvorming, maar het is mijn misvorming."
Het is een vloek omdat de wereld niet ingesteld is op het niet-normale. Alles wat afwijkt kost inspanning, geld, zorgen, werk, moeite... De wereld tolereert geen afwijkingen, paradoxaal genoeg. Vraag maar aan een willekeurige veertienjarige.

Ik hoop dat mijn kinderen een normaal leven mogen lijden. Natuurlijk wens ik ze wat vrolijke afwijkingen toe, waar we ze hartelijk mee kunnen toelachen. Niks te drastisch.

Ik ben vandaag op de begrafenis geweest van een, ongetwijfeld, bijzonder kind. Ik wed dat de ouders een vinger veil zouden gehad hebben voor een "gewoon" kind. Ik wed dat ze voor geen geld ter wereld een ander kind hadden willen hebben. Enkel dat ene beetje, misschien. Pfft.